Vertaal
Vertalingen verkeerd lopen NL>DE
verkeerd lopen (ww.) abgehen (ww.) ; auffliegen (ww.) ; danebengehen (ww.) ; entgleisen (ww.) ; fehlschlagen (ww.) ; irren (ww.) ; mißlingen (ww.) ; mißraten (ww.) ; scheitern (ww.) ; schiefgehen (ww.) ; sich verlaufen (ww.) ; untergehen (ww.) ; zugrunde gehen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `verkeerd lopen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: misgaan
NL: mislopen
NL: mislukken
NL: stranden
NL: verdwalen
NL: verkeerd gaan